Lichamelijke ongemakken in de breedste zin van het woord horen bij hardlopen. Ook in een rustige training wordt er flink wat van je lijf gevraagd, en verbrand je aardig wat calorieën.
In het beste geval kom je met een moe lijf (maar altijd wel met een voldaan gevoel) thuis. In het ergste geval krijg je te maken met blessures.
Ik heb een tijdje last gehad van mijn knie, maar sinds ik goed luister naar mijn trainer is dat gelukkig over. Tijdens de halve marathon in Eindhoven heeft hij niet opgespeeld, en ook daarna is het weggebleven.
Op kou kan ik me redelijk kleden, hoewel ik vaak toch met korte mouwen en korte broek ren, ook richting het vriespunt.
Zelfs een “toiletbezoek” gaat me prima af tegenwoordig. De eerste keer is het lang zoeken naar een geschikt bosje, goed kijken of echt niemand me in de bosjes ziet verdwijnen, en heel vlug weer eruit.
Inmiddels duik ik overal de bosjes in (of niet eens helemaal, voordeel van ‘s ochtends in het donker rennen), het hoort er nu eenmaal bij.
Ik pas me, kortom, redelijk aan als hardloper.
Wat ik ook lastig vond, merkte ik tijdens de Sylvesterloop in Heeze, is dat ik een paar kilo aangekomen ben. Er mocht heus wel een paar kilo bij na de halve marathon in Eindhoven, maar het was me net teveel naar mijn zin.
Tijdens de Sylvesterloop merkte ik dat ik hier niet alleen voor de spiegel last van had, maar ook bij een wedstrijd. Het voelde letterlijk alsof ik meer mee te zeulen had.
Waar ik in Heeze het meeste last van had? Niet de kou, niet de kilo’s, maar: ik was vergeten mijn teennagels te knippen. Klinkt heel suf, maar het maakt het verschil tussen weer weken met blauwe teennagels lopen (lang leve nagellak), en een beurse teen in alle schoenen, of gewoon met plezier blijven (hard)lopen.
Alle ongemakken horen erbij, maar ik ren nog steeds met plezier!
Geef een reactie